Vandaag even geen vrolijke update over hoe het staat met mijn Tiny House avontuur. Hoewel, heel kort dan: de markt was top, prima weer, lekker verdiend. Dus het viel allemaal reuze mee.
Maar vandaag schrijf ik met een bezwaard hart, want ik sta op het punt een van mijn maatjes te verliezen. Tommetje, mijn dierbare lieve stoere blinde kat ga ik maandag in laten slapen. Ik ben gisteren met hem naar de dierenarts geweest omdat hij wel erg mager en sloom werd, en ik had een donkerbruin vermoeden dat zijn nieren het niet zo goed meer deden. En ja hoor, zijn nierwaarden zijn sky-high en hij weegt niet eens meer 3 kilo. Hoe oud Tom is weet ik niet, ik schat een jaar of 15. Ik kan hem nog op een nierdieet zetten en 2 x daags een prik geven (pillen krijg ik er niet in) maar dat is uitstellen van het onvermijdelijke en die lijdensweg wil ik hem besparen. Ik heb dat al een keer eerder meegemaakt met mijn kat Billy. Dus het is mooi geweest heb ik besloten. Nog 1 weekend heb ik hem mee naar huis om hem nog eens lekker in de watten te leggen en afscheid te nemen, maandag wordt hij geëuthanaseerd. En oh wat is dat moeilijk. Mijn katten zijn mijn maatjes, familie, een band die zo diep gaat en sterk is, dat niet iedereen dat begrijpt. Loslaten is dus verschrikkelijk moeilijk. Ik ben een gezegend mens in het feit dat afgezien van mijn grootouders, ik nog nooit een dierbare vriend of familielid ben verloren. Dus ik weet niet of het te vergelijken is, dit verdriet maar ik denk het wel, voor mij althans.
Ik heb Tommetje van Dierenkliniek ’t Ossehoofd meegenomen, 10 jaar terug, toen ik daar werkte. Tom was aangereden en door de dierenambulance naar ’t Ossehoofd gebracht, een ongecastreerde zwarte kater, blind, en niemand die hem op kwam halen. Dag in dag uit zat hij daar rustig in zijn kooitje naar alle geluiden te luisteren en ik kwam hem iedere dag aaien. Ik vroeg aan assistente Mariska van wie hij was, waarop ze met een glimlach antwoordde: “van jou”. Dus ik heb Tommetje mee naar huis genomen en hem een liefdevol thuis gegeven. Ik heb zelden zo’n lieve, stoere kat meegemaakt. En wat heeft hij veel meegemaakt. Ik ben hem ooit bijna 3 weken kwijt geweest, wat een hel. Hij kwam wel buiten, maar bleef altijd om het huis. Maar die keer was hij waarschijnlijk ergens van geschrokken en weggerend, en kon de weg terug niet meer vinden. Overal heb ik aanplakbiljetten opgehangen en ja hoor, eindelijk belde er iemand. Ik weet het nog als de dag van gisteren, ik stond te koken. Gas uit, auto in, ik wist niet hoe snel ik er moest komen. En daar zat hij in een tuin een flink aantal straten verderop, flink vermagerd maar verder in orde. Ik riep zijn naam en hij antwoordde met een angstig miauwtje. Ik sloot hem in mijn armen en hij begon meteen te spinnen. Ik ben zelden zo blij geweest als toen.
Daarna heb ik de hele tuin afgezet met gaas zodat hij nog wel naar buiten kon, maar niet meer de tuin uit. Tom was ook echt stoer. Ook al was hij blind, hij was de baas in huis en deinsde er niet voor terug vreemde katten de tuin uit te jagen. Maar hij was verder niet agressief en heel lief voor mijn andere 2 katten. Hij lag soms samen met Jack op de bank, en lag Jack dan uitgebreid te wassen. Een jaar of 2 terug viel hij van de trap, en was hij deels verlamt. Hij werd gelukkig weer opgelapt bij ‘T Ossehoofd maar sindsdien was hij wat wankel op z’n benen en kon hij z’n weg wat minder goed vinden. Vorig jaar kreeg hij erg last van zijn oog en is die er uit gehaald. En hij ging weer vrolijk verder, dacht ik ten minste. Maar daarna is hij langzaam maar zeker afgevallen en kon hij steeds minder makkelijk zijn weg vinden in huis, kwam hij steeds minder buiten en lag hij steeds meer te slapen. En ik wist eigenlijk wel, dat hij dit jaar niet uit zou maken. En ik hoopte maar dat hij lekker in zijn slaap zou gaan. Maar helaas gaat dat bijna nooit zo, en moeten wij baasjes meestal die moeilijke beslissing maken voor onze gekoesterde huisdieren: nu is het mooi geweest. En dat is nu zover. Twijfel wordt afgewisseld door berusting. Ik weet diep in mijn hart dat het goed is zo, hij heeft een prachtig leven gehad bij me. Maar wie ben ik om zijn leven te nemen? En eigenlijk is het mooi dat ik hem een zachte dood kan geven, hem een lijdensweg kan besparen. En als ik hem zie lopen dan is het ook wel duidelijk, maar als hij dan weer lekker spinnend in mijn armen ligt niet.
Ik heb hem het beste leven gegeven dat ik kon en hij heeft me alle liefde terug gegeven die hij heeft, en dat is veel. Gelukkig heb ik nu nog even met hem, ik ga hem gauw nog een dikke knuffel geven..
Geef een reactie