Flexwonen wordt flink gepushed door onze overheid als oplossing voor de woningnood. Het is in mijn ogen een lapmiddel en pakt de oorzaak niet aan, maar als je al 10 jaar op een woning wacht of op je 30e nog steeds bij je ouders woont, dan is elke kans er een. Deze blog gaat over het verschil tussen flexwonen en Tiny Houses. Dat is een wezenlijk verschil, gemeenten halen de termen nogal eens door elkaar. Tijd om dat recht te zetten dus, en ik leg uit waarom ik denk dat gemeenten beter af zijn bij de keuze voor Tiny Houses.
Een voorbeeld van een rijtje Flexwoningen. Bron: Brabant Wonen
Definities
Een flexwoning is per definitie een woning waar tijdelijk in gewoond mag worden. Hij staat vaak op grond die tijdelijk bestemd wordt voor wonen, de huurcontracten die er mee gemoeid gaan zijn tijdelijke contracten. Denk aan twee tot vijf jaar. Flexwoningen zijn doorgaans gericht op spoedzoekers, seizoenarbeiders en statushouders. Het kunnen huizen van allerlei formaten zijn, gestapeld, geschakeld of vrijstaand.
Een Tiny House is een nieuwe woonvorm met een duidelijke filosofie. Kleine volwaardige vrijstaande woningen van maximaal 50 m2 vloeroppervlak met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Ze kunnen verplaatsbaar zijn en op tijdelijke locaties staan, maar ook permanent op eigen grond of grond in erfpacht staan. Ze hebben dus lang niet altijd wielen en kunnen aangesloten zijn op nutsvoorzieningen of ‘off-grid’ functioneren.
Een voorbeeld van een groepje permanente Tiny Houses in een nieuwe wijk, Lievingerveld in Beilen. Foto: Marjolein Jonker
Het verschil
Een Tiny House daar kies je bewust voor omdat je een bepaalde lifestyle nastreeft. De bewoners hebben woonwensen die vaak gaan om een combinatie van de volgende redenen:
- een behoefte aan meer rust en natuur in en om de woning
- een behoefte aan het verkleinen van de ecologische footprint door zorgen om de staat van de natuur
- een minimalistische instelling, minder spullen
- klein wonen in op maat gemaakt huisje aantrekkelijk vinden
- een behoefte aan meer vrijheid en vrije tijd en daarom lage woonlasten zoeken
- de wens om te wonen in een gemeenschap maar je meer deelt en samen doet
- zelfvoorzienend willen wonen en leven
Een flexwoning is meestal geen bewuste keuze maar eerder het gebrek aan een keuze. Je moet toch ergens wonen, je kunt niets kopen of huren, dan pak je maar de kans als er een flexwoning beschikbaar komt. Het ligt in de lijn der verwachting dat het woonplezier nogal verschilt tussen de twee woonvormen. In mijn ervaring is veruit het grootste deel van de Tiny House bewoners heel erg blij met hun woning. Flexbewoners zien hun woning als een tussenstap op weg naar iets beters.
De overeenkomst
Kunnen Tiny Houses ook flexwoningen zijn? Als je puur naar de uitstraling van de woning kijkt wel. Een gemeente kan er voor kiezen om een type huisje dat doorgaans gezien wordt als Tiny House, in te zetten als flexwoning. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in Renesse waar een aantal CUBE Homes geplaatst zijn als flexwoningen voor spoedzoekers en vakantiekrachten. Maar daarmee is de Tiny House doelgroep niet bediend. Deze zoeken geen tijdelijke woning, ze zoeken een woning die past bij hun manier van leven.
CUBE Homes Tiny Houses ingezet als flexwoningen in Renesse. Foto: Marjolein Jonker
Waarom zouden gemeenten moeten kiezen voor Tiny Houses?
Ik geloof dat de woningcrisis deels veroorzaakt is doordat er jarenlang aanbodgericht in plaats van vraaggericht gebouwd is. Onze overheid meende dat de markt het maar moest doen en trok grotendeels haar handen van het huisvestingsvraagstuk af. Woningcorporaties werd het moeilijk gemaakt voldoende huizen te bouwen door onder andere de verhuurdersheffing. Er is daarnaast slecht gekeken naar de demografische veranderingen in onze maatschappij. Steeds meer mensen wonen alleen, inmiddels al rond de 40%, en krijgen geen of laat kinderen. Er zijn echter met name eengezinswoningen en appartementencomplexen gebouwd. Grote huizen leveren tenslotte meer op en de markt wil geld verdienen.
Dit heeft erin geresulteerd dat een groeiende groep mensen niet de woning kan kiezen die ze graag wil: een kleine (vrijstaande) woning met een tuintje. In wezen is dat wat een Tiny House is, een kleine woning met een tuintje. Dat is wat een op de vijf woonconsumenten graag zou willen, geen kleine groep!
Tiny Oevers Roosendaal. Bron: Minitopia
Grond met bestemming wonen is schaars, gemeenten moeten daardoor zorgvuldig afwegen wat ze met de beperkte grond doen in relatie tot de woningnood. In mijn ogen is de keuze deze: een lapmiddel inzetten om tijdelijk de druk te verlichten en dus flexwoningen bouwen, zo verschuif je het probleem naar het volgende decennium. Of je gaat zorgen voor meer diversiteit in het woningaanbod en luisteren naar wat mensen nu echt willen, en die wensen zo duurzaam mogelijk uitvoeren zodat er balans is tussen de woonwensen enerzijds en de belasting op het milieu anderzijds. Dan pak je de kern van het probleem aan en kies je voor een echte oplossing voor de lange termijn.
De voordelen zijn groot als je het woningaanbod uitbreid met permanente Tiny Houses. Helemaal als je ze meeneemt in de ontwikkeling van nieuwe en herziening van bestaande wijken. Je geeft mensen de mogelijkheid om binnen hun vertrouwde buurt door te stromen naar een passende woning in elke levensfase. Wanneer je een passende woning beschikbaar maakt voor een senior, dan levert dat maar liefst drie verhuisbewegingen op. Oftewel, een kettingreactie van verhuizingen omdat mensen kunnen doorstromen naar een passende en gewenste woning. Permanente Tiny Houses zijn niet alleen geliefd door starters maar zeker ook bij een grote groep 50+’ers.
Tiny House in de Falgatuinen, Den Helder. Foto: Woningstichting Den Helder.
Een ander voordeel van het beschikbaar maken van kleine woningen met tuintjes voor de grote groep die zo’n woning wenst, is dat die tuintjes doorgaans prachtige biodiversiteitsparadijsjes worden in plaats van dicht getegelde grijze woestijnen. Zo krijg je een gemeente vol ‘groene stapstenen’ waar insecten en vogels voedsel en een schuilplaats vinden. Je doet als gemeente in één klap wat aan de woningnood én je duurzaamheidsdoelstellingen.
Dit is de weg vooruit: meer diversiteit in het woningaanbod en dit samen met de bewoners ontwikkelen. Niet domweg ‘bouwen, bouwen, bouwen’ en maar doorgaan op de oude weg. Dat is wat de markt graag wil maar het is onzinnig, zegt ook oud-Rijksbouwmeester Floris Alkmade. Hij heeft bovendien gelijk denk ik, we hebben vooral meer liefde nodig. Dus bouw niet alleen betere huizen maar ook vooral betere wijken, met veel aandacht voor het faciliteren van ontmoeting en de mogelijkheid samen dingen doen en delen.
Tessa zegt
Hear, hear!
Ik heb het geluk gezellig naast een volkstuincomplex te wonen. Fantastisch, ‘s zomers altijd blije en opgewekte mensen die lekker aan het tuinen zijn en vrolijk hallo! roepen. Een aantal enthousiaste tuinders zou dolgraag hun tochtige tuinhuis (waar ze toch al 7 maanden van het jaar wonen) vervangen door een tiny house waar ze het hele jaar kunnen wonen. Ik zie alleen maar win win win. Mensen blij, tuincomplex een stuk veiliger door sociale controle en een aantal reguliere huizen vrij voor nieuwe bewoners. Maar het ketst weer af op onbegrip en angst door gebrek aan kennis. Zo vermoeiend en teleurstellend :(
Hilde zegt
Hoi Marjolein en Tessa, helemaal eens. Jullie beschrijven het zo goed. Niets aan toe te voegen 👍.
Koen Duindam zegt
Het is mooi om te zien dat er steeds meer mogelijkheden zijn om mensen te helpen bij het vinden van een woning die bij hun levensstijl past. Maar er zit inderdaad een duidelijk verschil. Flexwoningen zijn vooral bedoeld voor mensen die geen andere keuze hebben, terwijl Tiny Houses iets zijn waar mensen bewust voor kiezen omdat ze deze lifestyle willen.
Willem zegt
De woningbouw was alleen gebaseerd op winstmaximalisatie… voor de bouwers, de ontwikkelaars en de gemeenten met hun grondhandel. Dat falend beleid moet en kan anders; mensvriendelijker!
Emmy zegt
Wat goed verwoord weer Marjolein!
Ik ben zo’n senior die dolgraag tiny zou wonen en een jaren ’30 woning zou achterlaten in een heel leuke wijk in Utrecht. Maar behalve te weinig aanbod, daardoor lange wachtlijsten en – voor mij- vaak te dure opties is het lastig.
Daarbij zijn er 2 dingen die waarschijnlijk bij senioren een nog grotere rol spelen dan andere leeftijdsgroepen; 1)het meestal tijdelijke karakter. Het is al moedig genoeg om als je wat ouder wordt zo’n stap te willen zetten en je gaat dan uit van nog 1 keer voor je laatste levensfase, hoe ouder je wordt, hoe ingrijpender een verhuizing. 2)meestal ben je inmiddels gehecht aan je woonplaats, daar vaak ook je sociale contacten. Maar zelfs als je open staat voor wonen in de regio verklein je natuurlijk nog meer je kans als je opziet tegen een ander deel van Nederland.
Toch moeten we de moed er maar inhouden, jonger en ouder, want heel, heel langzaam is er positieve verandering te zien. Wie weet zijn tiny houses over 10 of 20 jaar ‘normaler’. Door voorvechters zoals jij, met geduld en niet opgeven!
Dank daarvoor :)
Emmy.
Dirck zegt
Een Flex wijkje is ongeacht gestapelde flat of vrijstaand altijd massa pulp en allemaal hetzelfde en relatief duur gezien wat ze bieden.
Een Tiny is vrijwel overal zelf model en materiaal kiezen, laten bouwen of zelf doen.. en jou huis, jou model en geen 2e van te vinden vaak.
Maar ook de levensduur, dan kies je geen wegwerp zooi voor maximaal 10~15 jaren maar betere zoals Mooie duurdere badkamer en zo…
Ook panelen op je dak? Een Zonnepaneel gaat langer mee en is dan op helft levensduur dus niet echt wat vele willen.
Zelfde voor Isolatie, hoe beter, des te minder energie nodig en Flex is minimaal om te overleven en dan maar harder stoken.
Ook hoorde ik van Studenten die in Flex Flat woonde dat ze alles hoorde van elkaar, die snurkte en die andere is in bed…..
Ja, dat wil je toch niet weten van elkaar.
Ook vele Nood panden als scholen staan vaak te lang en de laatste jaren pas echt een ramp.
Van scholen tot buurthuizen, vaak is noodgebouw 5~10 jaren bedoelde en ze staan vaak 20~30 jaren en dan klagen ze over hoog energie verbruik en slechte ventilatie.
Elke flex of Noodgebouw is eigenlijk materiaal verspillen en Co2 uitstoot verhogen.
Bouw degelijk en let op levensduur maar dat wil de gemeente niet als Super Flex neerzetten voor die prijzen.
Danielle zegt
Helemaal mee eens!
De overheid zou veel meer bottom-up initiatieven moeten faciliteren ipv het weer aan markt partijen moeten over laten.
Ik zie Stadse studio’s van 29m2 en inmiddels ook Tiny Houses op funda die de trend / behoefte maar vooral ook schaarste uitmelken. Neergezet door ontwikkelaars. Flink aan de prijs (onbetaalbaar). Blijkbaar is het voor marktpartijen makkelijker om ontheffingen te krijgen, de gelijkwaardigheidsbepaling te regelen, en waarschijnlijk is het ook een veilige aflaat voor bestuurders die dan tenminste ook iets doen aan Tiny houses. Maar in feite het initiatief kapen.
50 plusser die graag een monumentaal huis aan een gezin achterlaat in ruil voor een permanent Tiny house in een gemeenschap in het groen