
Een ensemble van Sprout Houses. Ontwerp: Woonpioniers. Visualisatie: Lens-images.
De waarde van collectieve Tiny House projecten i.r.t de woningbouw- plus biodiversiteitsopgave
Droom jij er ook van om samen groener te leven? In gezonde, mooie woningen op maat, in een woongemeenschap waar je meer verbinding vindt met je buren en met de natuur? Woonpioniers kan je helpen die droom waar te maken. Ik geef graag het woord aan Daniel Venneman, oprichter van Woonpioniers, waar mijn eigen tiny Sprout House het licht zag.
Wie zijn de Woonpioniers?
‘Woonpioniers is het ontwerpbureau dat ik heb opgericht vanuit een diepgeworteld verlangen een gezonde, systemische verandering te brengen in de manier waarop we bouwen en wonen. Inmiddels 10 jaar geleden keek ik naar de reguliere bouw en dacht: dit kan en moet toch anders?! Dus ben ik het zelf gaan doen. Eerst door als architect ook echt zelf te bouwen (we begonnen met Tiny Houses!). Later, met een hoop praktische ervaring op zak, door een netwerk van gelijkgestemde ontwerpers op te richten. Dat is Woonpioniers geworden. Over de jaren is Woonpioniers uitgegroeid tot een rijk samenwerkingsverband van enthousiaste vakspecialisten.’
‘Het idee achter Woonpioniers is: door naast aspirant-bewoners te gaan staan, en samen met hen te pionieren, ontwikkelen we de voorbeelden voor de toekomst. De bewoner als Pionier dus! Daarbij werken we vanuit heldere ideeën over hoe je duurzaam bouwt. We werken biobased, kijken als het op energie aankomt eerst naar waarbij zo min mogelijk installaties nodig zijn en denken vanaf de basis natuurinclusief en vanuit het landschap.
De ontwerpconcepten die we ontwikkeld hebben stellen bewoners in staat om “met een vliegende start” te beginnen. Sprout is daar een voorbeeld van. De ontwerpconcepten vormen de basis, waarna bewoners worden uitgedaagd er hun eigen draai aan te geven. Dit geeft vaart, houvast en flexibiliteit aan het ontwerpproces en maakt zelfbouw voor een bredere groep haalbaar, maar maakt ook ieder huis persoonlijk. Collectief toegepast ontstaan zo aantrekkelijke ensembles. Ieder huisje anders, maar toch onderdeel van dezelfde familie.’
Foto: Daniel Venneman
‘Naast het ontwerpbureau Woonpioniers hebben we inmiddels ook een bouwtak opgericht, Bouwpioniers, en een initiatief dat gericht is op collectief ontwikkelen vanuit het landschap: Woonco.org. Zo brengen we van landschapsniveau tot aan de concrete bouw de kennis die over verschillende disciplines is versplinterd samen. Om zo voor initiatiefgroepen die collectief willen ontwikkelen zoveel mogelijk drempels weg te nemen.’

‘Door ons ontwerpbureau te combineren met een bouwtak – Bouwpioniers – en multidiciplinair samenwerkingsverband gericht op collectief ontwikkelen – Woonco.org-, nemen we zo veel mogelijk drempels weg en kunnen we direct concreet worden.’
Je ziet collectieve TH projecten als een belangrijke bijdrage aan het oplossen van zowel de woningbouw- als de biodiversiteitsopgave. Kan je dat uitleggen?
‘Als founder-architect van Woonpioniers ben ik al vroeg overtuigd geraakt dat intrinsiek gemotiveerde collectieven de veranderkracht in handen hebben om duurzaam bouwen en wonen naar een hoger niveau te tillen. Voor de meeste “DIY ontwikkelaars” is de zorg voor elkaar en onze leefomgeving namelijk een vanzelfsprekende drijfveer om het heft in eigen hand te nemen. Die energie moeten we benutten!
Met de juiste kaders kan die energie worden gestimuleerd en in een bredere, landschappelijke context wordt geplaatst en samenkomen met de biodiversiteitsopgave. Het eerste initiatief hiertoe kan bij de toekomstige bewoners zelf liggen. Maar ook gemeenten, corporaties, maatschappelijk betrokken ontwikkelaars een initiërende en leidende rol spelen.
We zien het zo voor ons dat we samen met bewoners en/of maatschappelijke organisaties buurtjes van maximaal 30 á 40 huishoudens ontwikkelen. Dit is een voor mensen behapbare schaal waarbij ontwikkeltrajecten persoonlijk kunnen blijven. Maar ook een perfecte schaal om samen slim dingen te kunnen delen. Bijvoorbeeld een moestuin, speeltuin, kas, fietsenschuur of klus hok. Het is ook perfect voor het centraal opwekken en opslaan van energie, het delen van een auto tot aan een gemeenschappelijke keuken, kinderopvang of sportfaciliteit toe. En natuurlijk voor het samen aanplanten, verstevigen en onderhouden van groen, op eigen terrein of in de buurt. Zo bewijzen we: sociaal wonen en natuurontwikkeling kunnen hand in hand gaan!
Door meer ruimte voor ontmoeting, beweging en biodiversiteit te creëren combineren we zo de zorg voor de aarde met een hoge kwaliteit van wonen en leven.’

Voorbeeld van een “Zelfbouw Woongaard”; waarbij aspirant bewoners samenwerken om een biodivers landschap te creëren en samen mogelijk zelfs groente, fruit en noten kweken. Met in het weekend een scharreleitje! (Concept: Woonpioniers i.s.m. H+N+S Landschapsarchitecten. Schets door Lea Soret)
Waar zit de grote winst voor gemeenten om deze projecten meer te faciliteren?
‘Ten eerste kunnen hiermee meerdere maatschappelijke doelen worden gerealiseerd. Doelen zoals het aanjagen van stikstof- en co2-neutraal bouwen, het vergroten van de betaalbaarheid van wonen en het radicaal stimuleren van de biodiversiteit van de gebouwde omgeving.
Ten tweede is het zo dat, of je nu huurt, koopt of in een wooncoöperatie woont, gevoel van eigenaarschap een voorwaarde is voor het realiseren én behouden van kwaliteit. Door maatschappelijke doelstellingen niet als verplichting, maar als (ontwerp)kans voor een fijnere leefomgeving in te zetten, zullen toekomstige bewoners deze ook echt omarmen. Hiermee borg je dat duurzaamheidsmaatregelen op de lange termijn worden gedragen en dat buurten door bewoners zelf onderhouden worden.
Ten derde: op deze manier kan tussen “one-size-fits-all enerzijds” en sjiek maatwerk anderzijds ‘goede confectie’ worden geboden. Betaalbaar en kwalitatief, maar toch eigen. Waarbij de “winst” wordt geïnvesteerd in duurzaamheid, betaalbaarheid en vergroening.
Ten vierde weten we: jong en oud, rijk en arm, bij veel mensen jeuken hun vingers om Nederland via wooninitiatieven te vergroenen, zodra ze de ruimte krijgen. Gemeenten weten dit; want er kloppen vaak genoeg mensen bij hen aan met de vraag naar plekken. En dat zijn alleen nog maar de meest mondige burgers. Dit idee beantwoord dus op een groeiende vraag. Een vraag die mits goed begeleid, tot prachtige resultaten kan leiden.
Tot slot: het is één voor twaalf (of misschien al over twaalf!) als het gaat om ons milieu. De aarde schreeuwt om een aanpak die meer in balans is met de natuur en onze grondstoffenvoorraad. Draaien we onszelf verder vast in een ouderwets idee of ontwikkelen we een nieuwe bouwcultuur? Dit is de manier om dat te doen.’

Voor “Groeneweerd”, een in co-creatie met bewoners ontworpen Tiny House initiatief van 8 sociale huurwoningen en een gemeenschaps- gebouw, ingebed in een gemeenschappelijke permacultuur tuin, klopte de een groep initiatiefnemers precies op het juiste moment aan bij woningbouwcorporatie Rentree. Met het eerste sociale huur Tiny Village van Nederland als resultaat! (Beeld: Tiny Houses Groeneweerd. Ontwerp: Woonpioniers. Visualisatie: MatterMakers)
Wat zijn de voordelen van als groep samenwerken t.o.v. individueel Tiny Houses realiseren?
‘Heel simpel: samen maak je meer mogelijk dan alleen! Samen kan je plekken ontsluiten waar je alleen niet bij komt, door samen op gemeente, woningbouwcorporatie of andere maatschappelijke instellingen af te stappen. Of door bijvoorbeeld samen een erf te kopen. Vervolgens kan je samen het ontwikkelproces delen, waaraan best wat tijd en energie in gaat zitten en onvermijdelijk ook wat kosten aan zijn verbonden. Samen hou je de kosten voor ieder an sich beperkt.
Ook fysieke ruimte kan je delen. Zoiets als collectief parkeren scheelt enorm veel ruimte. En door van tevoren af te stemmen dat en hoe je auto’s gaat delen, is het inmiddels in veel gevallen mogelijk om met de gemeente overeen te komen dat je met minder parkeerplaatsen af kan. De ruimte die je daarmee wint kun je vervolgens teruggeven aan het groen. Iedereen kent het voorbeeld van de gezamenlijke wasruimten. We hebben ook wel eens gezamenlijke “thuis”werkplekken getekend, die bijvoorbeeld s ’avonds en in het weekeind dienst kunnen doen als logeerkamer. Een buurtbatterij, grondbron voor een warmtepomp; allemaal voorzieningen die je in je eentje niet altijd voor elkaar krijgt, maar die samen des te efficiënter zijn. Zo heeft iedereen het gevoel royaal te leven, zonder alles voor zich nodig te hebben.
Al met al kan samen ontwikkelen zo een prettige manier van samenleven opleveren. Dat samen-leven is overigens al helemaal fijn wanneer je wat meer aangewezen raakt op mensen in de nabijheid. Nabuurschap wordt, in de huidige tijd met een beperkt zorgaanbod en schaarse tijd van familie en vrienden, in alle buurten steeds meer op prijs gesteld. Waarbij je zelf met elkaar precies de juiste balans in individualiteit en collectiviteit afstemt, een duurzame levensstijl makkelijk maakt en elkaar daarin zelfs een beetje stimuleert. Misschien deel je alleen de tuin en wat slimme installaties. Misschien deel je een keuken, kweek je samen groenten in de collectieve tuin, en vier je elk jaar met elkaar een oogstfeest. Ieder initiatief, een eigen balans.’
Een ensemble van Sprout Houses. Ontwerp: Woonpioniers. Visualisatie: Lens-images.
Een vaak gehoorde tegenwerping is dat Tiny Houses weinig efficiënt zijn, zowel in grondgebruik als energieverbruik. Hoe denk jij daarover?
‘Een kleinere woning om wat dan over is terug te geven aan de natuur; uitstekend idee toch? Zelf ben ik wel voor dichtheid hoor! Maar ik denk dan; Tiny Houses kunnen ook juist een perfect middel zijn om de bestaande stad te verdichten. Om veel creatiever om te gaan met ruimte.
Als je Tiny Housing wilt zien als dé oplossing voor alles loop je natuurlijk vast. De werkelijke betekenis ervan is naar mijn idee het bewustwordingsproces dat eraan ten grondslag ligt. De grote ontdekking was, zeker in de beginperiode, dat het drastisch downsizen van je vraag, en dus van je consumptiegedrag, tot gevolg heeft dat je er een bepaald soort vrijheid voor terug krijgt. Die mentale bevrijding is in mijn ogen een kleinschalige maar belangrijke vorm van democratisering door middel van architectuur. Dát is wat er zo inspirerend aan is! Als je op die manier denkt, valt er aan elke type plek een mouw aan te passen. Midden in de stad, waar een hoge dichtheid gewenst is, zijn kleine losse huisjes misschien niet op hun plek. Dat neemt echter niet weg dat daar nog steeds prachtige collectieve natuurinclusieve projecten “in de geest van Tiny Housing” kan realiseren. Elke plek kent zijn kansen!
Het is diezelfde creativiteit die je ook kan omarmen als het om de energievraag gaat. Vanuit de ambitie om niet meer te gebruiken dan nodig, ontwerpen we vaak installatie-arme woningen waarin we zoveel mogelijk bouwkundig oplossen, zodat zo min mogelijk installaties nodig zijn. Door op de elementen, de seizoenen en het ritme van de dag te ontwerpen combineren we een integraal energieplan met een “een leven buiten”. Ook aan Sprout ligt zo’n slim energieconcept ten grondslag, in de vorm van de kas.
Om het toch even in perspectief te plaatsen; in de 240 Vinex-buurten die Nederland telt staan gemiddeld 10 woningen per hectare. Veel oude stadswijken hebben zelfs meer dan 100 woningen per hectare, maar in als je een gemiddelde neemt over alle niet-Vinex buurten van de vier grootste steden tezamen geldt een gemiddelde van 19 woningen per hectare. (Bron: CBS.nl vinex-bewoners-zijn-geen-doorsnee-stedelingen.pdf). “Groeneweerd”, het buurtje dat we in Deventer ontwikkelden is gerealiseerd op een kavel van 1800m2 en bevat 8 woningen (4 x een huisjes van 35m2 met een ruime vide, 4 x een 50m2 m2 met 3 slaapkamers) een gemeenschapsgebouw, eigen tuintjes en een collectieve tuin. Als ik de weg eromheen meereken gaat het om +/- 2500m2. Dit, terwijl het resultaat straks, als de tuin in volle bloei staat, een ware stadsoase vormt. Als je dit extrapoleert zijn dit plusminus 32 woningen per hectare, met nog eens ruimte voor 4 gemeenschapsgebouwen. Vlak ernaast, staan er op de zelfde oppervlakte ernaast slechts 3 vrijstaande huizen. Toegegeven, het parkeren werd hier elders in de wijk georganiseerd en wijkoverstijgende infrastructuur wordt zo niet meegerekend, maar toch, dat zit toch helemaal niet gek als je het zo vergelijkt.
Daarnaast denk ik, zit de crux niet juist in het combineren van functies? Is het niet interessant om agrarische grond of bosbouw te combineren met wonen? Of zelfs natuur? In Almere Oosterwold bestaat ook al een actieve (biologische) boerderijk (De Vliervelden) waar op het erf gewoon wordt, terwijl er ook (biologisch) geboerd wordt. En in Denemarken wordt woningbouw ingezet om bossen te kunnen aanplanten. Bomen die we op dit moment hard kunnen gebruiken. Dat moet toch ook hier kunnen!’
“Groeneweerd” bevat 8 woningen (4 huisjes van 35m2 met een ruime vide en 4 van 50m2 met drie slaapkamers) een gemeenschapsgebouw eigen tuintjes en een collectieve tuin op 1800m2. Een prima dichtheid voor de gemiddelde stadswijk, met een prettige balans tussen privacy en collectiviteit. (Beeld: Tiny Houses Groeneweerd. Ontwerp: Woonpioniers. Visualisatie: MatterMakers)
Wat zijn volgens jou op dit moment de grootste uitdagingen voor (initiatief)groepen en CPO’s die collectieve Tiny House woonprojecten willen realiseren?
‘Ten eerste: plekken! Zodra een plek in beeld is, gaat alles stromen. Maar hoe kom je daar? Ons idee: begin met een goed verhaal en een sterk concept. En daar kunnen wij bij helpen.
Het tweede grote probleem is dat veel particuliere initiatiefnemers het wiel zelf opnieuw moeten uitvinden. Dan ontbreekt het aan doorzicht door het proces en slagkracht. Ook daarin kunnen we je ondersteunen. Vanaf visievorming tot en met de bouw.’

Collectieve Tiny House initiatieven kunnen vele vormen krijgen. Elke plek kent zijn kansen! (Concepten: Woonpioniers i.s.m. H+N+S Landschapsarchitecten. Schetsen door Lea Soret)
Wat kan Woonpioniers betekenen voor deze groepen?
‘We ondersteunen collectieven precies tussen ‘top-down’ (traditionele ontwikkelaars) en ‘bottom-up’ (alles zelf doen) in. Eventueel kunnen we zelfs co-financiering organiseren. Je hebt ook CPO-begeleiders, maar die kijken vaak vooral mee aan de organisatorische kant. Wij doen dat, maar hebben tegelijkertijd expertise qua landschapsontwerp, energie, en bouw in huis. Dat maakt dat je in een vroeg stadium je ambities beter kan checken op haalbaarheid. Zo helpen we je over veelvoorkomende struikelblokken heen en inspireren we je.
Het echte zoek- en lobbywerk op dat vlak, dat moet je zelf doen. Maar ook op kavelvindvlak hebben wel wat manieren gevonden om het wat makkelijker te maken. Zo bieden we handige PDF documenten aan waarmee je je gemeente kan benaderen. Hiermee kan je bijvoorbeeld aankloppen met de vraag of er nog “probleemkavels”, die voor reguliere ontwikkeling minder geschikt zijn. Bijvoorbeeld met een gekke vorm, of op een gevoelige plek. Of kavels die juist om een supergroene of bijzondere sociale aanpak vragen, waarbij collectief ontwikkelen kan helpen om het voor elkaar te krijgen. Dat zou kunnen werken.
We kunnen je ook helpen met de gesprekken met de gemeente. Gemeenten zijn namelijk verplicht het gesprek met burgerinitiatieven aan te gaan, maar veel gemeenten zien uiteindelijk vooral de risico’s van het direct met particulieren aan tafel zitten, waardoor initiatieven uiteindelijk toch afketsen. Precies daar komen wij in beeld. Het praat voor een gemeente namelijk heel anders met een professionele partij naast je aan tafel die een zekere continuïteit kan garanderen en die vanuit haar eigen netwerk direct de juiste expertises aan tafel kan zetten.
Naast gemeenten is het misschien ook een idee om woningbouwcorporaties te benaderen. Via die weg hebben we reeds een klein succesverhaal op onze naam staan. Toen het initiatief “Groeneweerd” aanklopte bij hun woningbouwcorporatie, hadden die precies op dat moment een geschikt kavel en wilden het experiment wel aangaan. Met het eerste sociale huur Tiny Village van Nederland als resultaat! Ook woningbouwcoöperaties hebben vaak geen ervaring met het samen met bewoners ontwerpen. Dus ook daar kunnen wij van toegevoegde waarde kunnen zijn.’

De gerealiseerde Tiny Houses van het initiatief ‘Groeneweerd’.
Oproep!
‘Droom je ervan om zelf samen groener te leven en ken je een kavel waarvan je vermoed dat een collectief wooninitiatief echt goed zou passen? Of ben je bestuurder en zie je kansen voor deze aanpak? Laat van je horen!
Dan verkennen we samen de mogelijkheden om daad bij woord te voegen en bewijzen we: sociaal wonen en natuurontwikkeling kunnen hand in hand gaan! Stuur een e-mail aan de Woonpioniers.’
Interessant artikel!
Dankjewel Susan!
Goede avond.
Hoe kan ik op de hoogte gehouden worden wanneer er kavels vrij komen om een tiny house te kunnen plaatsen.
Groet Henny
Door lid te worden van het Register van (aspirant) Tiny House bewoners, Henny! :) Zie: https://www.marjoleininhetklein.com/cursusaanbod/register-van-aspirant-tiny-house-bewoners/